Advocaten: hun vertrek uit de publieke markt is regelmatig - Illustration Serge Dehaes
Photo: Illustration Serge Dehaes

- door Equal team

Advocaten: hun vertrek uit de publieke markt is regelmatig

Eindelijk is er een flinke stap gezet in een verhaal waaraan geen einde lijkt te komen …

De juridische dienstverlening door een advocaat, als raadsman/-vrouw in een geschil of precontentieuze procedure, valt niet onder de werkingssfeer van de aanbestedingsvoorschriften. Er is immers sprake van een relatie intuitu personae tussen de advocaat en diens cliënt, waarin vertrouwelijkheid heerst, ongeacht of het daarbij gaat om een geschil of een precontentieuze procedure. Dat is de essentie van het arrest dat de rechter van het Hof van Justitie op 6 juni 2019 heeft gewezen (HvJ-EU, C-264/18 van 6 juni 2019).

In bepaalde lidstaten wordt de juridische dienstverlening door advocaten gewoonlijk verstrekt door instanties of personen die gekozen of geselecteerd worden op een wijze die niet door de aanbestedingsvoorschriften kan worden geregeld. Deze juridische diensten dienen bijgevolg buiten het toepassingsgebied van de betrokken richtlijn te blijven, oordeelt het Hof.

Om welke dienstverlening gaat het precies?

Het gaat om de juridische vertegenwoordiging van cliënten in het kader van een procedure voor een internationale arbitrage- of bemiddelingsinstantie, voor een rechter of overheidsinstantie van een lidstaat of een derde land of voor een internationale rechter of instantie. Het gaat ook om juridisch advies dat wordt verstrekt ter voorbereiding van een dergelijke procedure, of indien er een grote kans bestaat dat een dergelijke procedure zal worden gevoerd. Dergelijke door een advocaat verleende diensten zijn slechts denkbaar in het kader van een relatie intuitu personae tussen de advocaat en diens cliënt, waarin uiterste vertrouwelijkheid heerst.

Waarom?

  • Omdat die relatie intuitu personae tussen de advocaat en diens cliënt, die gekenmerkt wordt door de vrije keuze van de eigen raadsman/-vrouw en de vertrouwensband tussen de cliënt en zijn advocaat, de objectieve omschrijving van de verwachte kwaliteit van de te verlenen dienst bemoeilijkt, aldus het Hof. De ervaring met aanbestedingen die de voorbije jaren in België werden uitgeschreven kan dit oordeel alleen maar bevestigen!
  • Omdat voorts de vertrouwensrelatie tussen de advocaat en diens cliënt, die tot doel heeft zowel de volledige uitoefening van de rechten van verweer van de justitiabelen te garanderen als te verzekeren dat elke justitiabele de mogelijkheid heeft in alle vrijheid een advocaat te raadplegen, zou kunnen worden bedreigd door de verplichting voor de aanbestedende dienst om te preciseren wat de gunningsvoorwaarden voor een dergelijke opdracht zijn en welke publiciteit aan die voorwaarden moet worden gegeven.

Ook de uitsluiting van arbitrage- en bemiddelingsdiensten en andere juridische diensten die incidenteel verband houden met de uitoefening van het openbaar gezag wordt in het arrest bevestigd.

Wedden dat de Belgische wetgever in dit arrest inspiratie zal vinden om de rechtsdwaling te corrigeren die momenteel is vastgelegd in artikel 125 van het Koninklijk Besluit van 18 april 2017, door deze bepaling te schrappen?

Verwante expertise: Overheidsopdrachten en PPP