België behoort tot de slechtste presteerders wat betreft aandeel hernieuwbare energie
Uit een rapport van Eurostat, het Europees bureau voor statistiek, blijkt dat België een van de slechtste leerlingen is wat betreft het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in 2017.
Terwijl de Europese Unie een algemene stijging tot 17,5% laat optekenen, blijft ons land steken op 9,1% – maar liefst 31,9 procentpunten verwijderd van de doelstelling. Elf lidstaten hebben hun 2020-doelstelling al gehaald. In 2017 is het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in het bruto eindverbruik van energie in de Europese Unie gestegen ten opzichte van 2016 (17,0%), en zelfs verdubbeld tegenover 2004 (8,5%) – het eerste jaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn. Welke doelstelling moet de EU halen? Tegen 2020 moet het aandeel zijn opgelopen tot 20%, en tegen 2030 tot minstens 32%. Met meer dan de helft (54,5%) van het bruto eindverbruik van energie uit hernieuwbare bronnen, haalde Zweden verreweg het hoogste aandeel in 2017, gevolgd door Finland (41,0%), Letland (39,0%), Denemarken (35,8%) en Oostenrijk (32,6%). De laagste scores voor hernieuwbare energiebronnen werden dan weer geregistreerd in Luxemburg (6,4%), Nederland (6,4%) en Malta (7,2%). De nationale doelstellingen houden rekening met verschillen in de beginsituatie, het potentieel aan hernieuwbare energie en de economische prestaties van elke lidstaat. Van de 28 EU-lidstaten bereikten er elf al het vereiste niveau om hun respectieve nationale doelstelling voor 2020 te halen (Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Estland, Kroatië, Italië, Litouwen, Hongarije, Roemenië, Finland en Zweden).
Verwante expertise: Energie