Bescherming van de watervoorraden en klimaatverandering in het Waalse Gewest
Het Waterwetboek werd gewijzigd door een decreet van 2 mei 2019 om de bescherming van de voorraad grondwater en oppervlaktewater te optimaliseren.
Het gaat om een belangrijke uitdaging voor onze samenleving en vormt de hoofddoelstelling van de Kaderrichtlijn betreffende het waterbeleid die de lidstaten moeten omzetten in Beheersplannen per stroomgebied.
-> In het algemeen hebben de wijzigingen betrekking op 3 gebieden:
1. Financiering van de bescherming: de maatregelen ter bescherming van de watervoorraden vereisen middelen zoals de winningsbelasting en de bijdrage uit de winning van water.
De bescherming van de watervoorraad is een preventieve maatregel die ervoor zorgt dat de kosten van de curatieve maatregelen tijdens de waterzuivering kunnen worden beperkt.
2. Invoering van concrete maatregelen op het terrein: de preventiegebieden rond de winningen, het verbod van elke rechtstreekse lozing van verontreinigende stoffen in het grondwater, de noodzaak om het oppervlaktewater te beschermen tegen diffuse verontreiniging onder meer door de aanleg van een niet-gecultiveerde strook (gras of bebossing) langs waterlopen, het beheer van privé-wateraansluitpunten, de "winningsovereenkomsten" en "grondwaterovereenkomsten".
3. Coördinatie en bescherming van de watervoorraad: de acties en financiering van de bescherming van de watervoorraad moeten door een enkele speler worden gecoördineerd. Deze opdracht wordt toevertrouwd aan de "SPGE" en wordt in deze ontwerptekst gedetailleerd.
-> Meer in het bijzonder wordt onze aandacht gevestigd op de volgende aanpassingen:
1. Artikel D.1 van het decretale gedeelte van het Waterwetboek werd aangevuld om rekening te houden met de aanpassingen die noodzakelijk zijn gelet op de klimaatverandering in het kader van een duurzaam beheer van de watervoorraad.
2. Artikel D.2. van het decretale gedeelte van het Waterwetboek werd aangevuld met de definities "winningsovereenkomst" en "grondwaterovereenkomst".
Deze winningsovereenkomsten en grondwaterovereenkomsten zijn voornamelijk gericht op een vrijwillige raadpleging van de actoren die een impact kunnen hebben op de kwaliteit van het drinkwater in de ondergrond, met het oog op de verbetering van de situatie, zowel op het vlak van de wateraansluitpunten als van de oppervlaktewaterlichamen in het kader van de doelstellingen om een goede grondwatertoestand te bereiken.
Door deze participatieve aanpak zal de SPGE, in voorkomend geval, in het kader van haar financieel plan, kunnen tussenkomen om bepaalde maatregelen te verwezenlijken die noodzakelijk zijn om de vastgelegde doelstellingen te bereiken. Het gaat om vrijwillige maatregelen die verder gaan dan wat door het wettelijke kader wordt opgelegd.
Deze overeenkomsten zijn volledig in lijn met de participatieve aanpak voorzien in artikel 7 van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden dat te Aarhus op 25 juni 1998 werd afgesloten en door het decreet van 13 juni 2002 werd bekrachtigd. Derhalve moet een milieudiagnose het mogelijk maken om een transparant en billijk kader te bieden door de betrokken actoren te identificeren en hen goedgekeurde milieu-informatie te verstrekken.
Ten slotte vormen de winningsovereenkomsten en grondwaterovereenkomsten een van de maatregelen van het beheersplan per stroomgebied in overeenstemming met de uitvoering van de Kaderrichtlijn betreffende het waterbeleid, beheersplan dat wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek.
De Waalse autoriteiten beschouwen deze overeenkomsten dus niet als “plannen en programma's met betrekking tot het milieu" in de zin van de Europese Richtlijn 2001/42/CE. Deze overeenkomsten zijn immers gebaseerd op een vrijwillige aanpak en bepalen niet het kader waarbinnen de projecten moeten worden uitgevoerd.
Bovendien zullen ze meestal betrekking hebben op kleine zones op lokaal niveau.
3. Artikel D.169 wordt aangevuld om de Overheid in staat te stellen alle nodige maatregelen te nemen om het aantal wateraansluitpunten te beperken of om deze zelfs te verbieden wanneer ze schadelijk kunnen zijn voor de watervoorraad. Deze wijziging moet samen worden gelezen met artikel 1 van het Waterwetboek dat bepaalt dat het water deel uitmaakt van het gemeenschappelijk erfgoed van het Waalse Gewest en dat het Gewest uit hoofde van het algemeen belang de gehele antropogene watercyclus en dus diensten voor de waterproductie en -distributie kan begeleiden en organiseren.
Zie: Zitting 2018-2019.Stukken van het Waalse Parlement 1334 (2018-2019), nrs. 1 tot 5. Volledig verslag, plenaire vergadering van 30 april 2019.Bespreking.Stemming.
Verwante expertise: Leefmilieu