De Europese Commissie publiceert een “praktische gids” gericht op het verbeteren van de toepassing van de Habitatrichtlijn
Op 12 oktober 2021 heeft de Europese Commissie richtsnoeren gepubliceerd inzake de strikte bescherming van diersoorten van communautair belang uit hoofde van de Habitatrichtlijn, ter verbetering van de toepassing van de richtlijn.
De zogenaamde Habitatrichtlijn van 21 mei 1992 heeft als doel bij te dragen tot het waarborgen van de biologische diversiteit door het in stand houden van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna op het Europese grondgebied. Om deze doelstelling te verwezenlijken, voorziet de richtlijn twee hoofdgroepen bepalingen. De eerste groep heeft betrekking op de instandhouding van de natuurlijke habitats, terwijl de tweede groep voornamelijk gericht is op de bescherming van de soorten zelf.
De eerste richtsnoeren inzake de strikte bescherming van diersoorten van communautair belang werden in 2007 gepubliceerd. Het doel ervan was te zorgen voor een beter begrip van de bepalingen van de richtlijn van 1992, onder meer op het vlak van de gebruikte terminologie. Het bleek echter noodzakelijk om het betrokken document bij te werken in het licht van recente arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Zo werd onder meer in een zaak met betrekking tot een kennisgeving inzake houtkap voor een Zweeds bosgebied aan het HJEU gevraagd om verschillende bepalingen van de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn uit te leggen. In het arrest van 4 maart 2021 heeft het HJEU verduidelijkt dat de uitvoering van het in artikel 12 van de Habitatrichtlijn voorgeschreven beschermingssysteem niet afhankelijk is van de voorwaarde dat bepaalde activiteiten negatieve gevolgen dreigen te hebben voor de staat van instandhouding van de betrokken diersoort. Bovendien heeft het HJEU aangegeven dat de bepalingen van artikel 12 ook blijven gelden voor soorten die een gunstige staat van instandhouding hebben bereikt.
In de richtsnoeren die op 12 oktober 2021 werden gepubliceerd wordt vooral aandacht besteed aan de verduidelijking van het toepassingsgebied van de uit de artikelen 12 en 16 van de Habitatrichtlijn voortvloeiende verplichtingen. Deze artikelen voorzien in de instelling van een systeem van strikte bescherming van de in bijlage IV vermelde diersoorten, waarbij onder bepaalde voorwaarden van deze bepalingen kan worden afgeweken. Dit document is voornamelijk gebaseerd op een reeks relevante arresten van het HJEU maar tevens op voorbeelden van soortenbeschermingssystemen die in een aantal lidstaten worden uitgevoerd.
Tot staving van deze richtsnoeren heeft de Europese Commissie ook herinnerd aan het belang van het voorzorgsbeginsel bij de interpretatie en toepassing van de bepalingen van de richtlijn. Dit beginsel, zoals vastgelegd in artikel 191 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), is bedoeld om een hoger niveau van milieubescherming te waarborgen door preventieve besluitvorming in geval van risico's.
In het licht van de COP15 over biologische diversiteit, waarvan de eerste fase enkele dagen geleden in Kunming plaatsvond, biedt de Europese Commissie een nieuw praktisch hulpmiddel om de lidstaten in staat te stellen de op het Europese grondgebied bedreigde diersoorten beter te beschermen.
Verwante expertise: Leefmilieu