De milieustakingsvordering en de januskop van het gemeentelijk belang - Flabber DeGasky - CC BY 2.0
Photo: Flabber DeGasky - CC BY 2.0

- door Equal team

De milieustakingsvordering en de januskop van het gemeentelijk belang

Het Grondwettelijk Hof heeft met haar arrest 2016/60 van 28 april 2016 de draagwijdte van de zogenaamde milieustakingsvordering verder afgebakend.

Volgens een samenlezing van artikel 194 Vlaams Gemeentedecreet en artikel 1 Wet betreffende een vorderingsrecht inzake leefmilieu, kan een inwoner van een gemeente namens die gemeente een vordering instellen om het leefmilieu te beschermen of een ernstige bedreiging van dat leefmilieu te voorkomen. Het mogelijke gevolg van deze vordering is een stakingsbevel of een bevel om beschermende maatregelen te nemen van dat leefmilieu. Deze milieustakingsvordering – als class action een uitzondering in het Belgisch recht – kan zelfs worden ingesteld door inwoners ten aanzien van een milieuvergunning die door de gemeente zelf is verleend. De enige voorwaarde is het ontbreken van een initiatief van de betrokken gemeente.

Het vernieuwende van het arrest van 28 april 2016 is dat het Grondwettelijk Hof uitdrukkelijk heeft gesteld dat de rol van gemeente in geval van een milieustakingsvordering van haar inwoners niet exclusief ondersteunend moet zijn. Een gemeente kan deze milieustakingsvordering, en daarmee de invulling van het gemeentelijk belang door de vorderende inwoner, actief betwisten.

Dit leidt tot de conclusie dat de gemeente en haar inwoners twee tegenovergestelde interpretaties van de notie ’gemeentelijk belang’ mogen verdedigen. Het is in voorkomend geval aan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg om de gordiaanse knoop door te hakken.

Verwante expertise: Leefmilieu