Kan Europa de wereld veranderen? - Jeremy Segrott Attribution 2.0 Generic
Photo: Jeremy Segrott Attribution 2.0 Generic

- door Equal team

Kan Europa de wereld veranderen?

In een arrest van 21 september jl. heeft het Luxemburgse Hof van Justitie zich uitgesproken over de toepassing van de Europese veiligheids- en kwaliteitsnormen inzake cosmetische producten op handelingen die zijn gesteld buiten het grondgebied van de EU.

Sinds een dertigtal jaren heeft stelde het recht van de Europese Unie - destijds nog het recht van de Europese Economische Gemeenschappen - het principe voorop dat het dierenwelzijn moet worden opgenomen in de bepaling van haar beleid. Met betrekking tot de cosmetische producten vertaalde dit zich in maatregelen bedoeld om zoveel mogelijk te vermijden dat experimenten op dieren worden uitgevoerd ter beoordeling van de veiligheid van de componenten van cosmetische producten die in Europa op de markt worden gebracht. Ter ondersteuning van deze doelstelling voorziet overweging 45 van de Europese Verordening nr. 1223/2009 van het Europees parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende cosmetische producten op ambitieuze wijze dat “De erkenning van in de Gemeenschap ontwikkelde methoden door derde landen moet worden gestimuleerd. Daartoe moeten de Commissie en de lidstaten al het mogelijke doen om de erkenning van die methoden door de OESO te bevorderen. […]”

Om een invulling te geven aan deze overweging en aan artikel 18 van de betrokken Verordening die dierlijke testen moet voorkomen dat het Hof heeft geoordeeld dat “die bepaling, in het licht van haar context en doelstellingen, aldus moet worden uitgelegd in die zin dat dierproeven die buiten de Unie zijn verricht teneinde cosmetische producten in derde landen in de handel te brengen, waarvan de resultaten worden gebruikt om de veiligheid van deze producten te bewijzen om ze in de Unie op de markt te kunnen brengen, moeten worden geacht te zijn verricht 'om aan de voorschriften [van deze verordening]' te voldoen”.

Het Hof stelt derhalve vast dat de Europese Unie interesse kan tonen in handelingen gesteld buiten haar grondgebied om de door haar toegepaste doelstellingen te bereiken.

Afgezien van deze concrete toepassing op cosmetische producten, lijkt dit arrest boeiend aangezien het bevestigt dat Europa ambitieus mag zijn en een motor voor verandering in het gedrag en de praktijken die plaatsvinden buiten het grondgebied van de Unie; de bescherming van de Europese consument rechtvaardigt de beperkingen op de invoer van producten - en in de toekomst misschien van diensten - die niet zijn vervaardigd in overeenstemming met onze veiligheids- en kwaliteitsnormen.

Wij durven te stellen dat het Hof, indien zij met eenzelfde vraag zou worden geconfronteerd in een ethische en sociale context, wellicht even streng zal oordelen.

Verwante expertise: Gezondheid en sociale zekerheid