Klimaatzaak: Nederlandse justitie bevestigt overwinning van Urgenda in hoger beroep - URGENDA
Photo: URGENDA

- door Linli Pan - Van de Meulebroeke

Klimaatzaak: Nederlandse justitie bevestigt overwinning van Urgenda in hoger beroep

In een historisch vonnis werd de Nederlandse regering op 24 juni 2015 veroordeeld. Een primeur in Europa! Op 9 oktober 2018 volgde de langverwachte uitspraak in beroep: het gerechtshof van Den Haag bevestigde de veroordeling van de regering.

In 2015 verklaarde een Nederlands gerechtshof de vordering van milieuorganisatie Urgenda ontvankelijk. Die wilde, met de steun van bijna 900 burgers, de regering laten veroordelen tot het nemen van maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen met minstens 25% te verminderen tegen 2020 (in vergelijking met 1990).

De uitspraak in beroep, bijna drie jaar later, laat geen twijfel meer bestaan: we moeten de klimaatverandering ernstig nemen, en elke staat moet zijn verantwoordelijkheid op dit vlak nemen.

Het gerechtshof van Den Haag aarzelde niet en onderzocht de verantwoordelijkheid van de Nederlandse staat in het licht van zijn verplichting om de rechten van de mens te beschermen, in het bijzonder het recht op leven (artikel 2 EVRM) en het recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven (artikel 8 EVRM). Volgens het Hof moet de staat, van zodra die op de hoogte is van het bestaan van een reëel en dreigend gevaar, preventieve maatregelen nemen om de schending van die rechten zoveel mogelijk te voorkomen.

Het Hof baseerde zich daarbij op wetenschappelijke bronnen, zoals de rapporten van het IPCC, en kwam tot de conclusie dat de CO2-concentraties onder de kritieke grenswaarde van 450 ppm – of beter nog, 430 ppm – moeten blijven. Boven die grenswaarden is het gevaar wel degelijk reëel en dreigend, en zijn concrete preventieve maatregelen van de staat noodzakelijk.

Het Hof verklaarde de verschillende punten waarop de staat zich beriep, en die traditioneel ter discussie staan in klimaatjustitie, ongegrond:

  • De organisatie Urgenda heeft er belang bij om in actie te komen voor de bescherming van de rechten van de huidige generatie, want het zal tijdens zijn leven de schadelijke gevolgen van de klimaatverandering ondervinden.
  • De staat mag zich niet verschuilen achter andere Europese verplichtingen, bijvoorbeeld op grond van het systeem voor de uitwisseling van emissiequota.
  • Overeenkomstig het voorzorgsprincipe dat is vastgelegd in het internationale milieurecht, mogen de eventuele onzekerheden rond klimaatverandering geen excuus zijn om niets te doen.
  • Een ander stokpaardje is het oorzakelijk verband. Het Hof herinnert eraan dat in deze zaak, die is aangespannen om de regering een rechterlijk bevel op te leggen, het feit volstaat dat er een reëel en dreigend gevaar is waartegen maatregelen moeten worden genomen.
  • Het Hof verwierp het argument dat de klimaatverandering een mondiaal probleem is, dat niet kan worden opgelost op staatsniveau. Een dergelijk argument aanvaarden zou erop neerkomen dat men toestaat dat geen enkele staat in actie komt, op grond van het feit dat andere staten ook niets doen.
  • Wat betreft de bijzonder korte termijn waarbinnen de staat zou moeten handelen om het gestelde doel te bereiken, heeft het Hof er uitdrukkelijk aan herinnerd dat de staat zichzelf in 2011 een doel had opgelegd: de uitstoot met 30% terugschroeven. Dit bewijst dat de staat al op de hoogte was van de klimaaturgentie. Nederland heeft lang geprofiteerd van fossiele verbranding en blijft een van de landen die het meeste bijdragen aan de uitstoot; het moet op dit vlak zijn verantwoordelijkheid nemen.
  • Wat de scheiding van de machten betreft tot slot, verklaarde het Hof ondubbelzinnig dat de beslissing van de rechter uitsluitend bindend is met betrekking tot het resultaat, namelijk de doelstelling om de uitstoot met minstens 25% te verminderen. De bevoegde autoriteiten behouden dus de volledige vrijheid van handelen wat betreft de keuze van maatregelen om dat doel te bereiken.

Hiermee bevestigt het gerechtshof van Den Haag in krachtige taal dat burgers voortaan hun regeringen verantwoordelijk kunnen houden voor hun passiviteit in de strijd tegen de klimaatverandering. Dit historische vonnis zal in Europa ongetwijfeld de weg effenen voor nog veel meer gelijkaardige klimaatzaken.

Verwante expertise: Leefmilieu