Natura 2000: verduidelijkingen van het HvJ-EU over compensatie
Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) heeft op 27 januari jl. twee arresten geveld die details verstrekken over de compenserende maatregelen opgelegd door de "habitat"- en "vogelrichtlijn" in de Natura 2000-gebieden.
De regels die van toepassing zijn op compensatiebetalingen toegekend aan landbouwers en aquacultuurexploitanten omwille van de nadelen voortvloeiend uit de inrichting van Natura 2000-gebieden, worden voorzien in de "habitat"- en de "vogelrichtlijn".
In een zaak die door het hooggerechtshof van Letland aanhangig werd gemaakt, heeft het HvJ-EU zich onder meer uitgesproken over de mogelijkheden tot beperking van het eigendomsrecht en over de mogelijke vergoedingen die op basis van het Handvest van de grondrechten van de EU kunnen worden verkregen. Het Hof is van oordeel dat artikel 17 van dit handvest slechts een recht op vergoeding voorziet wanneer het recht op eigendom wordt ontnomen, zoals in het geval van een onteigening.
De eerste zaak heeft betrekking op het verbod voorzien in een Lets decreet om veenbessen te planten op een perceel in het Natura 2000-gebied, dat reeds van kracht was op het ogenblik waarop de verzoekende vennootschap de percelen (veengronden) verwierf.
Het Hof herinnerde er in eerste instantie aan dat "het EU-recht het bestaan van een algemeen beginsel op grond waarvan een vergoeding in alle omstandigheden, d.w.z. voor alle beperkingen opgelegd uit hoofde van Natura 2000 niet erkent". Het Hof verklaarde voorts dat "het verbod om veenbessen te planten op een in een Natura 2000-gebied perceel gelegen in casu geen ontneming van het recht op eigendom van dit perceel inhoudt, maar een beperking van het gebruik ervan, die bij wet kan worden gereglementeerd voor zover dit voor het algemeen belang noodzakelijk is."
Het Hof was van oordeel dat een dergelijk verbod, dat is uitgevaardigd met het oog op de bescherming van het milieu, in het gebrek aan vergoeding van de betrokken eigenaars, "geen onevenredige en onaanvaardbare tussenkomst is die de essentie van het recht op eigendom ondermijnt".
De tweede zaak betreft een aquacultuurexploitante die zich verzet tegen de weigering van de bevoegde Letse autoriteit om haar een vergoeding toe te kennen uit hoofde van schade die wilde vogels in een Natura 2000-gebied aan haar bedrijf hadden aangericht op basis van het argument dat zij reeds het maximumbedrag had ontvangen dat haar op grond van de de-minimisregel voor staatssteun kon worden toegekend.
In deze zaak was het Hof van oordeel dat artikel 17 van het Handvest "zich niet verzet tegen het feit dat een door een Lidstaat toegekende vergoeding voor de schade die een ondernemer lijdt wegens beschermingsmaatregelen die van toepassing zijn in een Natura 2000-gebied op basis van de [vogel]richtlijn, aanzienlijk lager zou zijn dan de daadwerkelijk door die ondernemer geleden schade".
Verwante expertise: Leefmilieu