Niet elk overheidskontract is een overheidsopdracht
Het Europees Hof preciseert in zijn arrest van 1 maart 2018 het begrip 'overheidsopdracht' in het kader van de selectieprocedure voor landbouwadviesdiensten.
Een overheidsopdracht moet, zoals algemeen bekend, voldoen aan vijf voorwaarden. Het gaat namelijk om (i) een schriftelijke overeenkomst die (ii) onder bezwarende titel wordt afgesloten tussen (iii) een of meer aanbestedende diensten en (iv) een of meer ondernemers, voor de uitvoering van (v) een opdracht volgens de richtlijnen voor overheidsaanbestedingen.
In het becommentarieerde arrest oordeelt het Hof dat, wanneer de aanbestedende dienst contracten wil afsluiten met alle ondernemers die de opdracht willen uitvoeren onder de door de dienst opgelegde voorwaarden, en er dus niet op exclusieve basis een ondernemer wordt aangeduid aan wie de opdracht wordt gegund, tot gevolg heeft dat "er geen noodzaak bestaat om het handelen van deze aanbestedende dienst aan de nauwkeurige regels van richtlijn 2004/18 te onderwerpen teneinde te vermijden dat hij bij de gunning van een opdracht nationale ondernemers begunstigt".
Het Hof sluit zich in die zin dus aan bij het arrest 'Falk Pharma' (C-410/14): als er geen sprake is van selectiviteit, dan is er ook geen sprake van een overheidsopdracht!
Europees Hof, 1 maart 2018, C-9/17 (Maria Tirkkonen)
Verwante expertise: Overheidsopdrachten en PPP