Sectorale voorwaarden met betrekking tot windparken in het Waalse Gewest - Steppinstars de Pixabay
Photo: Steppinstars de Pixabay

- door Luc Depré

Sectorale voorwaarden met betrekking tot windparken in het Waalse Gewest

Een besluit van de Waalse Regering d.d. 25 februari 2021 legt de sectorale voorwaarden vast voor bepaalde windmolenparken met een totaalvermogen van 0,5 MW of meer.

Het besluit is van toepassing op windmolenparken met een totaalvermogen van minstens 0,5 elektrische MW, zoals bedoeld in rubriek 40.10.01.04.02 en 40.10.01.04.03 van de eerste bijlage bij het besluit van de Waalse Regering d.d. 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van projecten die aan een milieueffectenstudie zijn onderworpen, installaties en activiteiten die zijn ingedeeld of installaties en activiteiten die een risico inhouden voor de bodem.

Hieronder halen we enkele bepalingen aan die een antwoord bieden op de vaakst gehoorde kritiek bij het afleveren van vergunningen voor dergelijke productie-eenheden:

1°) De slagschaduweffecten komen aan bod in artikel 10, waarin het volgende wordt vastgelegd:

"§ 1. De effecten van de slagschaduw ontstaan ten gevolge van de werking van de windturbines worden beperkt tot 30 uur per jaar en 30 minuten per dag voor elke slagschaduwgevoelige zone.
§ 2. Indien de volgens de 'worst case'-methode berekende effecten van de slagschaduw boven de in paragraaf 1 bepaalde drempelwaarden liggen, gebruikt de uitbater alle beschikbare middelen om de blootstelling aan slagschaduw te beperken en zo aan die grenswaarden te voldoen.
De 'worst case'-methode wordt gekenmerkt door de volgende parameters:
1° de zon schijnt van 's morgens tot 's avonds (continue klare hemel);
2° de windturbines werken permanent (windsnelheid steeds in het werkingsspectrum van windturbines en bij volle 100% beschikbaarheid ervan);
3° de rotor van de windturbines staat steeds loodrecht op de zonnestralen.
§ 3. De in paragraaf 1 bepaalde grenzen zijn niet van toepassing als de schaduw die ontstaat wegens de werking van de installatie geen invloed heeft op de bewoners van de slagschaduwgevoelige zone. In dat geval levert de uitbater het bewijs daarvan."


2°) De normen voor geluidsniveaus worden uiteengezet in Hoofdstuk V: Geluid. Artikel 21 bepaalt het volgende:

De grenswaarden van het geluidsclassificatieniveau van het afzonderlijke geluid (LAr,part,1h) worden berekend in functie van het immissiegebied waarin de metingen worden uitgevoerd en zijn opgenomen in onderstaande tabel:

Immissiegebied waarin de metingen worden uitgevoerd

Grenswaarden (dBA)

Dag
7 u - 19 u

Overgang
6 u - 7 u
19 u - 22 u
Zondag en feestdagen 6 u – 22 u

Nacht

22 u - 6 u


I

Woongebieden en woongebieden met een landelijk karakter

45

43

43

II

Landbouwgebieden, bosgebieden, groengebieden, natuur- en parkgebieden

45

45

43

III

Alle gebieden, met inbegrip van de gebieden bedoeld in I en II, wanneer het metingspunt gelegen is in of op minder dan 500 m van het ontginningsgebied, de industriële bedrijfsruimte of de specifieke bedrijfsruimte, of in of op minder dan 200 m van de gemengde bedrijfsruimte waarin het windmolenpark gelegen is

55

50

45

IV

Recreatiegebieden, gebieden voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen

55

50

45



Indien de in het eerste lid bedoelde grenswaarden voor het geluidsclassificatieniveau van het afzonderlijke geluid (LAr,part,1h) worden overschreden, maakt de uitbater gebruik van akoestische afscherming of andere technische middelen om hieraan te voldoen.


3°) Artikel 34 bepaalt dat bij definitieve stopzetting van de uitbating van de windturbines de installaties worden ontmanteld en de funderingen over de volledige diepte ervan worden vernietigd, met uitzondering van de palen, en dat het geheel wordt afgevoerd.

4°) Verder legde de Waalse Regering ook sectorale voorwaarden vast bij aanwezigheid van vleermuizenfauna en avifauna. In dat geval bepaalt artikel 37 dat de windturbine zodanig wordt opgesteld dat de rotor tussen 1 april en 31 oktober kan worden stilgezet wanneer de weersomstandigheden, in termen van wind, temperatuur, regenmeting, zonsopgang en zonsondergang, optimaal zijn voor het vliegen op rotorbladhoogte van vleermuizen, wanneer in het milieueffectenonderzoek vleermuissoorten geïdentificeerd zijn of wanneer een instantie geraadpleegd bij het onderzoek in verband met de vergunning de aanwezigheid van vleermuissoorten heeft vastgesteld.

De bijzondere voorwaarden bepalen de configuratie van de windturbine en de voorwaarden voor het inschakelen van de stilstandmodule.

5°) Tot slot wijzen we erop dat de Waalse Regering ook een definitie heeft vastgelegd voor de term 'windmolenpark': "een geheel van één of meer windturbines, afgebakend door een omtrek die overeenstemt met de kleinste vlakke veelhoek waarin cirkels ingeschreven zijn waarvan het middelpunt gevormd wordt door de masten waarvan de straal gelijk is aan de draaibeweging van het type ingeplante windturbine, waarbij elke zijde van die veelhoek een tangens vormt met twee cirkels. Een park met twee windturbines is opgenomen in een rechthoek. Een windmolenpark is volledig opgenomen in een cirkel die overeenkomt met de draaibeweging waarvan het middelpunt uit de as van de mast bestaat. 40.10.01.04.01. met een totaalvermogen dat gelijk is aan of hoger is dan 0,1 elektrische MW en lager is dan 0,5 elektrische MW."

Verwante expertise: Energie, Leefmilieu