Slimme meter-saga voor het Grondwettelijk Hof: Arrest 144/2020 met betrekking tot het Waalse regime
Het Grondwettelijk Hof verwerpt in dit arrest het beroep tot nietigverklaring en verduidelijkt de Waalse wetgeving over de slimme meters.
Onze aandacht gaat uit naar twee elementen waarover het Hof zich heeft uitgesproken: de gesegmenteerde uitrol van de slimme elektriciteitsmeters en het beheer van de persoonsgegevens van de slimme elektriciteitsmeters.
1/ de gesegmenteerde uitrol van de slimme meters:
Het Hof is van oordeel dat er redelijke argumenten zijn voor de gesegmenteerde uitrol van de slimme elektriciteitsmeters. Door de uitrol van slimme elektriciteitsmeters te beperken tot bepaalde sectoren en segmenten van het net op basis van studies van de CWaPE streeft de decreetgever volgens het Hof de Europese doelstelling na om de energie-efficiëntie te bevorderen en zorgt hij tegelijkertijd voor een billijk evenwicht tussen de kosten van die uitrol en de baten voor de gemeenschap.
Zoals geweten beschouwt de Europese Unie intelligente meetsystemen als een stap in de richting van de creatie van slimme netwerken, gedefinieerd als een 'gemoderniseerd energienetwerk waaraan tweewegs digitale communicatie tussen de leverancier en de gebruiker, slimme bemetering en monitoring- en toezichtsystemen zijn toegevoegd'. De invoering van slimme meetnetwerken maakt ‘de belangrijkste onderdelen van het energiebeleid mede mogelijk' en wordt beschouwd als 'ruggengraat van het toekomstige koolstofvrije elektriciteitssysteem' (aanbevelingen 2012/148/EU en 2014/724/EU).
Om die doelstelling te bereiken is het volgens het Hof niet onredelijk ervoor te zorgen dat de netgebruiker zich niet kan verzetten tegen de plaatsing van een slimme elektriciteitsmeter, noch de weghaling ervan kan vragen tenzij hij een naar behoren geobjectiveerde intolerantie voor slimme elektriciteitsmeters heeft.
Volgens het Hof wijst niets erop dat deze keuze onevenredige gevolgen zou hebben. De netgebruikers die niet in aanmerking komen voor de prioritaire uitrol van de slimme meters kunnen steeds om de plaatsing van een dergelijke meter verzoeken. Bovendien is er een geregelde voortgangscontrole van de uitrol van de slimme meters bij de netgebruikers die een dergelijke meter krijgen opgelegd. Tot slot wijst het Hof erop dat er in specifieke omstandigheden afwijkingen mogelijk zijn.
2/ het beheer van de persoonsgegevens van de slimme elektriciteitsmeters
Het Hof is van oordeel dat de Waalse wetgeving de distributienetbeheerder niet toestaat persoonsgegevens te verwerken buiten de limitatief opgesomde gevallen van artikel 6 van de AVG. De distributienetbeheerder mag immers de gegevens van slimme elektriciteitsmeters uitsluitend verwerken om zijn 'wettelijke of reglementaire opdrachten uit te voeren'.
We herinneren eraan dat krachtens artikel 6, lid 1, c) van de AVG de verwerking van persoonsgegevens geoorloofd is indien ze noodzakelijk is om te voldoen aan een 'wettelijke verplichting'. Die verwijzing 'voldoen aan een wettelijke verplichting' betekent niet dat die verplichting noodzakelijkerwijze moet vastgelegd zijn in een 'wet' in de formele betekenis van het woord, aangezien de verwijzing uit een Europese norm komt. Aldus beperkt de term 'wettelijke verplichting' zich tot elke verplichting die voortvloeit uit een norm van de rechtsorde van de Unie of van de lidstaat, zoals wordt bevestigd in artikel 6, lid 3 van de AVG.
Dit is het eerste arrest van de saga gewezen door het Grondwettelijk Hof. Lees ook de blogpost over het tweede arrest, nr. 162/2020, van 17 december 2020 over de Brusselse regeling en de blogpost over het derde arrest, nr. 5/2021, van 14 januari 2021 over de Vlaamse regeling.
Verwante expertise: Energie, Leefmilieu