Glyfosaat: Genezen is better dan voorkomen? - Chafer Machinery - CC by 2.0
Photo: Chafer Machinery - CC by 2.0

- door Equal team

Glyfosaat: Genezen is better dan voorkomen?

Na twee jaar van controverse en harde onderhandelingen hebben de Lidstaten van de Europese Unie op 27 november, in een beroepscomité voorgezeten door de Europese Commissie, beslist om de vergunning voor glyfosaat met vijf bijkomende jaren te verlengen.

Deze vergunning werd in 2002 verleend voor een duur van 10 jaar. Echter, bij gebrek aan overeenstemming tussen de Lidstaten in 2012, werd deze verlenging voortdurend uitgesteld. Vandaag heeft l'Echo een juridische analyse uitgegeven waarin het aanvoert dat de verlenging van de vergunning onwettig is.

Opdat het voorstel van de Commissie tot verlenging van de vergunning zou worden goedgekeurd, moest deze de steun krijgen van zestien van de achtentwintig landen die samen 65% van de Europese bevolking vertegenwoordigen. Deze stemming kwam er na de mislukte stemming van 9 november jl. waarbij geen enkele meerderheid kon worden bereikt. Ter herinnering: negen Staten hadden tegen het voorstel gesteld en vijf Staten hadden zich onthouden.

Uiteindelijk heeft de positieve stem van Duitsland - die zich tot dan had onthouden - het spel veranderd. De journalisten hebben verschillende theorieën aangevoerd om deze ommekeer te verklaren: het gevolg van het falen van de "Jamaicaanse coalitie" van Angela Merkel, het nieuwe verslag dat glyfosaat legitimeert, deonenigheid tussen de Minister van Landbouw, de Bondskanselier en de Minister van Milieu, enz.)

Er moet tevens worden opgemerkt dat het Europees Parlement eind oktober met een grote meerderheid een besluit heeft goedgekeurd waarin werd gepleit voor een geleidelijk verbod op glyfosaat. Bovendien heeft het "Europees burgerinitiatief" dat pleitte voor een verbod op glyfosaat en duidelijke Europese doelstellingen voor een vermindering van het gebruik van pesticiden en een hervorming van hun beoordeling meer dan 1,3 miljoen handtekeningen verzameld. Ten slotte kondigde een Europese opiniepeiling die begin november werd gepubliceerd aan dat ongeveer 80% van de ondervraagde personen wenst dat glyfosaat wordt verboden.

Dat het onderwerp zo veelbesproken is, komt omdat de schadelijkheid van glyfosaat sterk omstreden is. In maart 2015 heeft het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek (IAK), een bij de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) aangesloten agentschap, bevestigd dat de stof "waarschijnlijk kankerverwekkend" is bij mensen aan de hand van de "beperkte aantoonbaarheid van kanker bij mensen", maar dat de kanker bij proefdieren in het laboratorium "voldoende aantoonbaar" zijn.

Sindsdien hebben andere verslagen deze bevindingen ontkracht: de Europese Autoriteiten voor Voedselveiligheid (EFSA) en Chemische stoffen (ECHA) in november 2015 en het nationale Franse Bureau voor de Voedselveiligheid, milieu en veiligheid op het werk (ANSES) hebben besloten dat er geen kankerverwekkende bedreiging is. Probleem: de onafhankelijkheid van deze instellingen wordt; onder meer naar aanleiding van het "Monsanto Papers"-schandaal, door een deel van de wetenschappelijke gemeenschap en door milieu-NGO's in vraag gesteld (zie in dit verband de artikels van de kranten Libération, Monde en Huffington Post).

Gelet op het feit dat het niet-schadelijke karakter van glyfosaat niet met zekerheid is vastgesteld, moet het voorzorgsbeginsel niet worden toegepast?

Dit algemeen rechtsbeginsel van de EU is van toepassing wanneer een objectieve wetenschappelijke evaluatie uitwijst dat er gegronde redenen zijn om te vrezen dat potentieel gevaarlijke gevolgen voor het milieu of de gezondheid van mensen, dieren en planten onverenigbaar met het hoge voor de Gemeenschap gekozen beschermingsniveau zouden kunnen zijn. In een dergelijk geval en zelfs indien er wetenschappelijke onzekerheid bestaat over het bestaan of de reikwijdte ervan, verplicht dit beginsel de instellingen om gepaste maatregelen te nemen om dergelijke risico's te voorkomen door voorrang te verlenen aan de bescherming van deze belangen boven de economische belangen (C.J.U.E, 11 juillet 2013, C-601/11, pt 66 et s.). Het voorzorgsbeginsel kan dus perfect rechtvaardigen dat maatregelen die de beginselen van het vrij verkeer van goederen en de vrijheid van handel en industrie ondermijnen en kan derhalve (De Sadeleer, N., "Le statut juridique du principe de précaution en droit communautaire : du slogan à la règle", Cahiers de droit européen, 37, 2001, p. 94), op dezelfde grondslag rechtvaardigen dat men de vergunning van de controversiële stof beëindigt. Dit betekent dat, indien er voldoende twijfel bestaat over de potentieel schadelijke gevolgen van een stof, het voorzorgsbeginsel aanbeveelt deze te verwerpen.

Geen enkele studie uitgevoerd na deze van het IAK, noch de laatste studie die werd uitgevoerd, is er immers in geslaagd om de bezorgdheden van de publieke opinie, de wereldpers en de milieu-NGO's, zowel op het vlak van de methodologie als van de onafhankelijkheid van de deskundigen, weg te nemen. Op dit vlak is de rechtspraak duidelijk:

"De wetenschappelijke beoordeling omschreven als een 'wetenschappelijk proces dat bestaat uit het identificeren van een gevaar, het beoordelen van de blootstelling daaraan en het karakteriseren van het risico' valt onder de bevoegdheid van de wetenschappelijke deskundigen die uitgebreide adviezen moeten afleveren die gesteund zijn op de meest recente resultaten van het internationaal onderzoek en die moeten voldoen aan de criteria van deskundigheid, onafhankelijkheid en doorzichtigheid." (De Grove-Valdeyron, N., "Le principe de précaution, nouvel instrument du droit communautaire de la santé", Rev. Aff. Eur., 2003-2004/2, p. 270.)

Zelfs nu de verlenging van de vergunning voor glyfosaat nu is vastgesteld, kunnen de Lidstaten nationale markttoelatingen afleveren of weigeren voor producten die gemaakt zijn op basis van glyfosaat aangezien dit een gedeelde bevoegdheid is.

Net als Frankrijk, hebben België en 7 andere Europese landen tegen de verlenging gestemd. De gewesten en de federale overheid betreuren deze beslissing. In België valt het gebruik van deze producten onder de bevoegdheid van de gewesten. Deze laatsten hebben deze bevoegdheid aangewend door het gebruik van producten die glyfosaat bevatten, behoudens specifieke machtiging, te verbieden aan professionelen in België (zie het Waals besluit, het Vlaams besluit en het Brussels besluit).

Het op de markt brengen van het product is evenwel een federale bevoegdheid. Naar aanleiding van de beslissing om de vergunning te verlengen, werd een embryonale politieke wil tot uiting gebracht om de commercialisering van producten die glyfosaat bevatten op Belgisch niveau te verbieden.

Wordt vervolgd...


Camille de Bueger en Ikram Eabdellatin.

Verwante expertise: Leefmilieu